De gemeenteraad van Dronten behandelde vandaag de jaarrekening en voorjaarsnota. Bij de voorjaarsnota worden traditioneel algemene beschouwingen gehouden. Onderstaand de bijdrage van GroenLinks: "Iedereen ziet dat er iets niet klopt, maar als raad kunnen we er de vinger niet precies bij leggen".
Voorzitter,
Vandaag behandelen we de jaarrekening en de voorjaarsnota. Dit doen we om op het moment dat het weer reeds zonder zomer is overgegaan in herfst en de halve bevolking is vertrokken naar warmer oorden. In de ogen van de fractie van GroenLinks is het houden van algemene beschouwingen nu zeer betrekkelijk.
Kijkend naar wat er in de gemeente Dronten gebeurt bekruipt de GroenLinks fractie een vreemd gevoel. Iedereen ziet dat er iets niet klopt, maar als raad kunnen we er de vinger niet precies bij leggen. Of we het nu hebben over een toekomstvisie, de uitbesteedde Meerpaal, het multifunctioneel centrum, het onderwijsstation, de digitale gemeente of de bezuinigingen op de bedrijfsvoering. Wat gebeurt er precies en waarom loopt het niet zoals bedoeld.
Ook de voorjaarsnota en de jaarrekening zijn daarvan weer een voorbeeld. Hier worden gaten gedicht met structurele éénmalige meevallers en éénmalig geld wordt structureel éénmalig ingezet. Risico’s niet helemaal in beeld gebracht, op het eind van het jaar grote verschuivingen tussen programma’s door toerekening van uren.
Dit maakt het bespreken van de jaarrekening waar het over zou moeten gaan, namelijk hebben we dat gekregen waar het geld voor ter beschikking is gesteld, heel erg moeilijk is.
De accountant heeft op een aantal zaken de vinger gelegd. Is het college bereid alle aanbevelingen op te volgen en over de voortgang daarvan bij de begroting te rapporteren? We denken hierbij in het bijzonder aan het plan van aanpak voor de rechtmatigheid.
De gemeente Dronten staat aan de vooravond van belangrijke ontwikkelingen die de gemeente voorgoed een ander aanzien zullen gaan geven. Er komt een spoorverbinding, een nieuwe autoweg en in het buitengebied staan grote ontwikkelingen op stapel op het gebied van recreatie, toerisme en woningbouw. Dit vraagt van het gemeentebestuur een visie. Maar dan wel een echte visie en niet het door professor Riek Bakker (terecht) als “startnotitie” aangeduide document van het college. Het vraagt visie en daadkracht naar de toekomst.
Het college is aan de gang onder het motto toekomstgericht en veranderingsgezind.
Tot nu toe heeft het niet veel meer opgeleverd dan doorgaan met dat wat in de pijplijn zat, dus voor de resterende 3 jaar moet er veel gepresteerd worden.
Er zal kritischer moeten worden gekeken naar het inhuren van externe bureaus. Hun diensten blijken achter te vaak geen of maar half goed besteed geld te zijn geweest. We denken hierbij aan K+V, Vitri, Wagenaar Hoes en alle rapporten rond het jeugdbeleid. Bij de bedrijfsvoering zal er op moeten worden gelet dat in deze beleidsarme tijd er niet teveel bedenkers van nieuw beleid zijn, terwijl het bestaande nog moet worden uitgevoerd.
Dat vraagt een andere manier van kijken van de gemeente. Niet naar de financiële onmogelijkheden, maar naar de mogelijkheden en kansen die worden geboden.
Bijvoorbeeld het nieuwe elan in Biddinghuizen waar het momentum moet worden benut en niet gesmoord in overleggen en eindeloze onderzoeken.
Het vraagt een kritisch kijken naar ons zelf als gemeente, ook uitbesteding van diensten en activiteiten zal daarbij aan de orde moeten komen. Dit kan wel het gevolg zijn, maar mag nooit een doel op zich worden. Het doel moet zijn een op zijn minst gelijke voorziening voor de inwoners voor minder geld, of een betere voor hetzelfde geld.
Uitbesteden uit ideologische overwegingen, namelijk dat we een regiegemeente moeten worden zonder dat het meetbare voordelen voor de inwoners oplevert werkt contraproductief.
Het vraagt een heldere en open wijze van besturen waar in het openbaar verantwoordelijkheid wordt genomen voor zaken, al of niet uit het verleden.
De brief die we gekregen hebben als antwoord op de vragen in de commissie over de korting op de toeristenbelasting voor Low Lands is vertrouwelijk. Moet ik uit het feit dat er geen voorstel ligt om de geheimhouding te bevestigen in deze raadsvergadering opmaken dat de brief na de vergadering openbaar is?
Een heldere communicatie met de burgers is onontbeerlijk,. Een website, waar alles op te vinden is , is hiervoor een vereiste. Ook vraagt het servicegerichte medewerkers en het vraagt bestuurders die steeds maar weer bereid zijn burgers te ontmoeten en uit te leggen wat de overwegingen waren om tot een besluit te komen.
Om te eindigen met de woorden van de burgemeester afgelopen week in de commissie. “We willen veranderen. Dat vraagt andere medewerkers, dat vraagt andere bestuurders.” Wat doet het college hier zelf aan?
(Alleen de uitgesproken tekst geldt)