Gisteravond heeft GroenLinks in een motie steun uitgesproken aan de burgemeester en wethouders Van Amerongen en Van Bergen tot de verkiezingen van maart volgend jaar. In een spoeddebat naar aanleiding van het vertrek van alle CDA wethouders werd duidelijk dat de coalitie was gevallen. Het is in het belang van Dronten dat we zo snel mogelijk weer een college hebben dat de zaken kan waarnemen tot de verkiezingen, nadat het CDA door haar vertrek Dronten heeft laten vallen. 

Ontslag wethouders 

Woensdagmorgen traden de wethouders Vis en Verlaan af, omdat ze zich niet meer veilig voelden in het college. In brieven die bol staan van de rancune en natrapperij in de richting van het college en de organisatie.

GroenLinks kan niet anders dan deze handelswijze van beide voormalige wethouders kwalificeren als ronduit onbeschoft. Voor dhr. Verlaan was er geen politieke reden om af te treden. Bij dhr. Vis zouden we nog respect hebben gehad als hij zou aftreden wegens het persoonlijk falen op verschillende dossiers, nu vooral samengekomen rond het onderwerp payroll.

Maar dat de dhr. Vis het lef heeft om als verantwoordelijk wethouder voor de organisatieverandering in zijn brief aan te sluiten bij de zorgen van de medewerkers op dit punt, gaat werkelijk alle perken te buiten.

We zien bij de de voormalige wethouders geen enkele vorm van zelfreflectie, nog niet het begin van het besef dat ze zelf onderdeel zijn van het probleem. Of misschien zelf het probleem wel zijn. Dat geldt eigenlijk ook voor de CDA fractie.

De CDA-fractie

GroenLinks kan niet begrijpen dat de CDA-fractie maar blijft aangeven dat ze totaal verrast waren door het vertrek van beide wethouders. Want kennelijk was de onveiligheid niet alleen binnen het college, maar binnen het CDA zelf zó groot dat ze hun problemen niet met de eigen fractie hebben kunnen delen. We vinden dat vreemd en moeilijk te geloven. 

Wat onze fractie ook zeer verbaasde, was dat het CDA afgelopen week zelf een analyse van de FlevoPost over wethouder Vis als "objectief" via Facebook verspreidde, die bepaald geen vriendelijke kwalificaties voor de wethouder bevatte. Wethouder Vis wordt door de krant omschreven als 'een wat eigenwijze en hardleerse man, die in het verleden de gemeenteraad wel vaker op het verkeerde been heeft gezet. Niet vanuit arrogantie, niet vanuit desinteresse, maar omdat hij soms oogkleppen op heeft. En dan solistisch te werk gaat. Niet vanuit kwade opzet, meer van onnozelheid' aldus de krant. Kwalificaties die geen gevoel van veiligheid voor de wethouder moeten hebben opgeroepen. 

Onnozel

De fractie heeft het CDA bevraagd of ze echt van mening was, dat ze een onnozele wethouder in het college hadden zitten namens het CDA. Het antwoord bleef de CDA-fractie schuldig, maar het toonde wel het gebrek aan zelfreflectie binnen het CDA aan. Het opereren van de CDA-fractie is in deze raadsperiode vanaf het begin een bron van onrust en instabiliteit geweest. Datzelfde gold voor de wethouders. Als er gedonder was, ging het vrijwel altijd om een CDA wethouder. Maar het CDA legt de oorzaak daarvan vooral buiten zichzelf. Want dat er in vijf jaar tijd vier CDA wethouders sneuvelen kan volgens het CDA niet alleen aan henzelf liggen. GroenLinks vindt dat van een ongehoorde onnozelheid. 

Belang van Dronten

Nadat VVD en Leefbaar Dronten hadden uitgesproken dat er een 'onherstelbare breuk in de samenwerking met het CDA was ontstaan' viel de meerderheid weg voor de overgebleven collegeleden. Alle fracties in de gemeenteraad, met uitzondering van het CDA,  hebben gezamenlijk een motie ingediend, die de overgebleven college leden het vertrouwen geeft om tot de verkiezingen van 21 maart aanstaande door te gaan. Het is in het belang van onze inwoners en ondernemers dat het gemeentebestuur stabiel verder gaat. Nieuwe coalitievorming of nieuwe wethouders aanstellen voor een dergelijk korte periode kunnen wij politiek niet uitleggen aan de bevolking.

De politieke verantwoordelijkheid voor ons gemeentebestuur is door de gehele oppositie opgepakt toen het CDA Dronten als een baksteen liet vallen. De bestuurlijke continuïteit is daarmee geborgd en in maart krijgt de kiezer de kans daarover een oordeel te geven.